In de trainingen in Waarderend faciliteren gaat het vaak over de vraag in hoeverre het nodig is om tijdens een sessie een structuur te hebben of om afspraken te maken over hoe deelnemers met elkaar omgaan. Mijn visie hierbij is dat wanneer het streven is om zoveel mogelijk te bouwen op de eigen kracht van de groep (wat het hele idee is bij waarderend faciliteren), deze structuren en afspraken zo minimaal mogelijk mogen zijn. Structuur en afspraken zijn immers hulpconstructies en in veel gevallen snappen mensen wel wat de bedoeling is en gaan ze op een goede manier met elkaar om, of kan een fout weer herstelt worden. Juist het werken zonder (of met minimale) structuur en afspraken doet dan een appél op de wakkere rol, of "verantwoordelijkheid" van de deelnemers om er met elkaar voor te zorgen dat het goed gaat.
Een praktijk voorbeeld Een mooi voorbeeld van hoe dit goed kan gaan is een groepje consultants dat al een aantal jaar eens per twee maanden samenkomt om te spreken, mijmeren noemen wij het soms, over het vak van organisatieadvies. Een collega vroeg laatst door over hoe dat precies in zijn werk ging en samen verwonderden we ons erover dat deze groep, steeds in iets wisselende samenstelling, zichzelf niet beschouwd als intervisiegroep, niet aan socratische gespreksvoering doet, er is geen facilitator of leider, er is geen agenda, geen leerdoelen, mensen komen er niet om hun kennis te delen en er worden geen afspraken gemaakt over hoe er met elkaar wordt omgegaan. Of nou ja, misschien is dat de enige (niet uitgesproken) regel dat er geen structuur is. En toch vind deze groep het de moeite waard om een hele ochtend en middag met elkaar in een kring te zitten en "te mijmeren over het vak van organisatieadviseur"... Want tegelijk zijn het zeer intensieve sessies, openhartig, kritisch, onderzoekend, verwarrend, inspirerend en grappig. Een ideaal plaatje Persoonlijk vind ik dit een heel mooi concept en is het wat ik ambieer als ik sessies begeleid. In zekere zin ambieer ik dat er een gesprek ontstaat tussen de deelnemers dat niet meer gehinderd, versterkt of gestuurd is door vooraf bedachte structuren of doelen, maar geheel ontstaat uit- en aansluit bij de behoeftes en doelen die in het hier en nu van de groep actueel en urgent zijn. En dat ik als begeleider daarbij ook praktisch onzichtbaar wordt. Als een vader die vlak achter zijn kind loopt (buiten beeld) dat net leert fietsen. De reden dat ik in mijn ideaalplaatje de groep ook eigenlijk liever niet teveel versterk of help* is dat de groepen die ik begeleid niet leren fietsen, maar in de regel iets uniek eigens willen realiseren. Zij zijn als het ware de kunstenaar en ik als begeleider weet niet welke kant ze op willen. Voor mij is het steeds weer een verrassing welke afslag ze nemen en waar ze dan opeens blij mee zijn op een manier die ik niet kon voorzien. Daar geniet ik van. Wat doe je dan wel? Als ik niet ambieer om te hinderen, versterken of sturen, wat voegt mijn aanwezigheid dan wel toe? Wat ik doe noem ik waarderend faciliteren, dat is wat ik doe. Ik faciliteer de deelnemers aan mijn sessies om vanuit hun eigen kracht op het scherpst van de snede hun gesprekken te voeren, met een waarderend oog naar elkaar, nieuwsgierig naar verschillen en vanuit echt begrip van de inhoud. Waar nodig stuur ik bij, terug naar dat scherpste deel van de snede en stimuleer mensen om zich uit te spreken. Dit alles niet vanuit een structuur of methode of omdat we het hebben afgesproken, maar omdat het zich aandient in het hier en nu van de groep. Zelf leren? Wil je ook leren hoe je op een waarderende manier groepen en teams faciliteert? Kijk dan eens naar de training Waarderend faciliteren.
0 Comments
|
vang
|